Nationaal armoedeplan blijft hangen in woorden

Vlak voor Pinksteren bracht het demissionaire kabinet het Nationaal Programma Armoede en Schulden uit. Het beleidsplan om armoede te bestrijden is goed bedoeld, maar blinkt uit in gemiste kansen, argumenteert Jasper J. van Dijk. „Zo ontstaat geen gecoördineerd beleid en blijft iedereen zijn eigen regelingen uitvinden.”

Eerder gepubliceerd bij De Telegraaf (11 juni 2025)


Terwijl het politieke spektakel rond de val van het kabinet alle aandacht opslokte, bracht het demissionaire kabinet vlak voor Pinksteren het Nationaal Programma Armoede en Schulden uit. Doel: de toename van (kinder)armoede tegengaan, mensen in armoede vooruithelpen, en de langetermijneffecten verzachten. In een land waar nog altijd anderhalf miljoen mensen rond de armoedegrens leven, is dat een welkom signaal.

Het programma benoemt terecht de juiste problemen: inkomensonzekerheid, complexe regelgeving, en grote verschillen tussen gemeenten. De inzet van het kabinet is dan ook dat het Rijk de inkomensbasis goed regelt, zodat mensen minder afhankelijk zijn van gemeentelijke regelingen. Maar het programma blijft hangen in ’verkenningen’ en ’processtappen’. Die fase zijn we inmiddels voorbij. Wat nodig is, is landelijke daadkracht. En juist daar laat het kabinet drie belangrijke kansen liggen.

Drie gemiste kansen

Gemeenten moeten aanvullende kinderopvangregelingen bieden voor ouders die buiten de landelijke toeslag vallen – bijvoorbeeld bij een medische of sociale kwetsbaarheid, of wanneer ouders niet kunnen werken. Die gemeentelijke lappendeken is straks grotendeels overbodig als het Rijk het lef heeft door te pakken: schaf de arbeidseis af en verruim de vergoeding voor de eigen bijdrage voor de laagste inkomens en het gros van de lokale regelingen is overbodig.

De gemeentepolis – een collectieve zorgverzekering voor mensen met een laag inkomen – lijkt sociaal, maar is in de praktijk vaak duurder dan een reguliere polis omdat iedere gemeente los moet onderhandelen. Hierdoor verdwijnt er veel gemeenschapsgeld rechtstreeks naar verzekeraars. Sommige gemeenten zijn er daarom al mee gestopt. Als zo’n regeling wenselijk is, organiseer het dan landelijk, met één duidelijke en toegankelijke zorgverzekering voor minima. Dat voorkomt willekeur en verspilling.

Ook de studietoeslag – een gemeentelijke regeling voor studenten die naast hun studie niet kunnen bijverdienen door een chronische ziekte of beperking – blijft voorlopig bij gemeenten belegd. Terwijl gemeenten helemaal geen zicht hebben op deze groep studenten, ze zitten immers niet in de bijstand. Wie deze groep wél in het vizier heeft is DUO. Door DUO deze regeling te laten uitvoeren voorkomen we dat twee studenten aan dezelfde opleiding een andere vergoeding krijgen, omdat ze toevallig in een andere gemeente wonen en kunnen rechthebbenden beter worden bereikt.

Geen verkenning maar richting

Naast het landelijk vormgeven van regelingen die overduidelijk niet bij gemeenten thuishoren – geen maatwerk, geen lokale verschillen – snakken gemeenten vooral naar duidelijkheid. Om tot een eenvoudiger, eenduidiger en overzichtelijker en meer integraal gemeentelijk (kinder-)armoedebeleid te komen, zoals het demissionaire kabinet nastreeft, moet duidelijk zijn wie wat doet. Gemeenten tasten volkomen in het duister wanneer iets toegestaan armoedebeleid is en wanneer verboden inkomensbeleid. Maar veel verder dan een aankondiging van een verkenning van een model-beleidskader gaat het demissionaire kabinet niet. Terwijl een lijst met voorbeelden van regelingen van de meest eenvoudige en ruimhartige armoederegelingen die mogelijk zijn niet had misstaan in het Nationaal Plan. Dan was het voor kleinere gemeenten die niet de capaciteit hebben om uit te dokteren wat wel en niet kan óók duidelijk wat voor armoedebeleid ze kunnen vormgeven. En het had ruimte geboden voor een discussie over waar we landelijke kaders te ruim vinden en waar ze effectieve hulp in de weg zitten.

Zonder helder kader ontstaat geen gecoördineerd beleid, maar blijft iedereen zijn eigen regelingen uitvinden. Armoede vraagt geen nieuwe verkenning, maar een stevige basis. Kansen genoeg met landelijke én lokale verkiezingen voor de deur.

Vorige
Vorige

Merel van Rooy wordt geïnterviewd over de keuze van Minister van Justitie en Veiligheid Van Weel om verkeersboetes niet te verlagen in de NRC

Volgende
Volgende

Jasper J. van Dijk analyseert het Nationaal Programma Armoede en Schulden in De Telegraaf