Waar op te letten in de Voorjaarsnota

Door Vinzenz Ziesemer

Eerder gepubliceerd in Nieuwsbrief #1.

Vandaag werpen we een blik op de actualiteit: eind deze maand komt de Voorjaarsnota uit, met daarin de financiële voornemens van het kabinet. Wij identificeren vier aandachtspunten.


1. Is de financiële besluitvorming transparant?

Tussen het coalitieakkoord en de voorjaarsnota is veel gebeurd wat effect heeft op de begroting. Zo kwam er compensatie van 2,8 miljard voor de inflatie, bleek 6 miljard aan corona-belastingschulden onverwacht oninbaar, en kwam er 1,3 miljard minder uit het RRF dan verwacht. De vraag is hoe het staat met de budgettaire verwerking van deze ontwikkelingen. Dit is voor buitenstaanders nu lastig te overzien. Het zou volgens ons wenselijk zijn dat bij budgettaire beslissingen telkens geactualiseerde financiële kaders worden meegeleverd. De Kamer zou deze betere informatiepositie kunnen afdwingen. Dat komt een hoop zaken ten goede: de begrotingsdiscipline, de openheid van onze bestuurscultuur, de efficiënte uitoefening van het budgetrecht, en ten slotte de besluitvorming zelf.

2. Houdt het kabinet zich aan de begrotingsregels?

In tijden van inflatie zijn de begrotingsregels extra belangrijk. Vergelijkbaar met monetair beleid beïnvloedt begrotingsbeleid het prijsniveau. Immers, geeft het kabinet extra geld uit, dan verhoogt dit de vraag en kunnen de prijzen verder stijgen.
 
Het inflatie-compensatiepakket van 3 miljard euro werd gefinancierd uit de hogere gasbaten. Daarvoor gebruikte het kabinet meevallers die pas na de kabinetsperiode de begroting inlopen, tegen de begrotingsregels in. Door de uitgaven niet gelijktijdig te dekken, wordt de vraag naar goederen en diensten verder gestimuleerd. Dat kan de inflatie verder aanwakkeren.
 
Door het arrest van de Hoge Raad over box 3 is er opnieuw een begrotingsgat. Daarover heeft het kabinet gesteld: “Het uitgangspunt hierbij is dat de derving in principe binnen de kabinetsperiode gedekt wordt […].” Gaat het kabinet dat ook doen? Mogelijkheden voor dekking zijn er te over: we drijven nog steeds huizenprijzen op met fiscale subsidies, we hebben nog steeds een zelfstandigenaftrek die de arbeidsmarkt ontregelt. En dan hebben we de lijst met fiscale regelingen in Bijlage 9 van de Miljoenennota nog niet eens geopend.

3. Belast het kabinet burgers of bedrijven?

Wie de rekening van de budgettaire opgave betaalt, is vaak inzet van politieke strijd. Het kabinet helpt die discussie jaarlijks op weg door het inkomstenkader op te splitsen in ‘burgers’ en ‘bedrijven’. Als de vennootschapsbelasting (vpb) ook dit jaar een populaire bron van dekking is, zal het dus lijken alsof bedrijven de rekening betalen. Dat is echter een misinterpretatie. Uit onderzoek blijkt namelijk dat grofweg de helft van een vpb-verhoging op werknemers wordt afgewenteld, omdat bedrijven dan de loongroei temperen. Een suggestie van onze kant: stop met die misleidende opsplitsing.

4. Wat wordt er doorgeschoven naar augustus?

Het voornemen van het kabinet was om de besluitvorming over de inkomsten naar voren te halen, waardoor de voorjaarsnota al een voorschot op Prinsjesdag neemt. Potentieel nadeel van dat plan is dat er mogelijk twee besluitvormingsmomenten komen, omdat er vanaf het voorjaar nieuwe problemen kunnen ontstaan of omdat besloten wordt oude problemen door te schuiven. Tot in november kunnen belastingtarieven immers nog worden gewijzigd via het belastingplan. Nu al is duidelijk dat de omgang met Box 3 openligt tot in het najaar, wanneer opnieuw een uitspraak van de Hoge Raad wordt verwacht. In augustus moet het kabinet dus weer op zoek naar inkomsten.

Vorige
Vorige

Opinie in FD: Hoe ons voor te bereiden op een volgende financiële crisis?

Volgende
Volgende

Opinie in NRC: Bierviltjesberekening bepaalt onze overheidsuitgaven