Eerlijker en eenvoudiger armoedebeleid

Landelijke basis, lokaal maatwerk

De hulp voor mensen met een laag inkomen is versnipperd. Hierdoor lopen mensen hulp mis en ontstaan er oneerlijke verschillen tussen huishoudens. In ons nieuwe rapport Eerlijker en eenvoudiger armoedebeleid schetsen we de problemen rondom gemeentelijke inkomensafhankelijke regelingen en doen we voorstellen tot verbetering.

Vervolgpublicaties

Politieke en bestuurlijke reacties

  • Staatssecretaris Nobel van Participatie en Integratie onderkent het probleem van versnippering van armoedebeleid in een kamerbrief

  • Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Eddy van Hijum noemt het rapport tijdens een commissiedebat Arbeidsmarktkrapte (vanaf 1:24:10)

  • Staatssecretaris Participatie en Integratie Jurgen Nobel (vanaf 3:06:38) en diverse Tweede Kamerleden - waaronder Léon de Jong (PVV), Laurens Dassen (Volt) en Bart Bikkers (VVD) - bespreken ons rapport in het commissiedebat Armoede- en schuldenbeleid

  • Jasper J. van Dijk, Yannick Feld en Julia van Rijn geven de Tweede Kamer een technische briefing

  • Inge van Dijk (CDA) & Daan de Kort (VVD), Don Ceder (CU) en Marieke Koekkoek (Volt) roepen het kabinet met verschillende moties op tot Eerlijker en Eenvoudiger armoedebeleid naar aanleiding van ons rapport

  • Staatssecretaris Participatie en Integratie Jurgen Nobel (vanaf 14:00) en diverse Tweede Kamerleden - waaronder Mariska Rikkers-Oosterkamp (BBB) en Inge van Dijk (CDA) - benutten ons rapport tijdens het plenaire debat over de herziening van de Participatiewet

  • Marieke Koekkoek (Volt) gebruikt ons rapport in een commissiedebat van Binnenlandse Zaken (vanaf 1:30:35)

  • Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Eddy van Hijum en staatssecretaris Jurgen Nobel nemen het rapport in ontvangst

  • Vivienne Wesselink (D66) noemt het rapport in een interview met NH Gooi

  • Divosa, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), en de Staat van de Uitvoering reageren op ons rapport

  • Wethouder Nadya Aboyaakoub-Akkouh noemt het rapport in WNL Haagse Lobby

Interviews en andere media-aandacht

  • Jasper J. van Dijk legt het belang van het geven van ondersteuning in geld uit bij Villa VdB op Radio 1

  • Jasper J. van Dijk te gast bij Nieuwsweekend op Radio 1 om het rapport toe te lichten

  • Het Centrum voor Lokaal Bestuur interviewt Jasper J. van Dijk over het armoedebeleid

  • Kansfonds interviewt Jasper J. van Dijk over het rapport

  • NOS Nieuws schrijft over de politieke impact van ons rapport

  • Anna Dijkman gaat in haar FD column in op ons rapport

  • Laurens Berentsen schrijft in het FD over de publicatie van ons rapport

  • Binnenlands bestuur interviewt VNG over ons rapport

  • Het Register Belastingadviseurs behandelt ons rapport in hun vakblad Het Register (op p. 8)

  • Weblog Sargasso bespreekt ons rapport

Samenvatting

De hulp voor mensen met een laag inkomen is versnipperd en daardoor oneerlijk. Sommige mensen krijgen te weinig landelijke ondersteuning om rond te kunnen komen. Daarom zijn er naast de bekende landelijke toeslagen veel verschillende lokale regelingen, waarmee gemeenten proberen hun inwoners te ondersteunen. Het is niet ongebruikelijk dat gemeenten 15 verschillende regelingen voor mensen met een laag inkomen hebben, waarbij elke gemeente het net even anders doet. Hierdoor vraagt de overheid veel van mensen in armoede, loopt deze groep hulp mis en ontstaan er oneerlijke verschillen. Zo kan hetzelfde huishouden, afhankelijk van de woonplaats, 200 euro meer of minder per maand krijgen.

De vele verschillende loketten, voorwaarden en typen vergoedingen maken het krijgen van hulp ingewikkeld. Het gevolg is dat mensen in armoede veel tijd en mentale energie kwijt zijn aan alle overheidstrajecten en de bijbehorende administratie. Met de stress die kwetsbare huishoudens al hebben, is het vaak ondoenlijk om door een lokale bureaucratie heen te worstelen. Het gevolg is dat deze huishoudens geld mislopen. Ook gemeenten zelf kampen met uitdagingen. De druk op de gemeentelijke uitvoeringspraktijk is groot, mede doordat maatwerk wordt toegepast in situaties waar dit niet nodig is.

De ideale inkomensondersteuning houdt rekening met verschillen tussen mensen, maar voorkomt willekeur. Inkomensondersteuning moet rekening houden met verschillen tussen mensen, maar het risico van maatwerk is dat mensen in vergelijkbare situaties verschillend behandeld worden. Wij onderstrepen de aanbeveling van de Commissie Sociaal Minimum om landelijk te doen wat landelijk kan en gemeenten ruimte te geven voor het bieden van maatwerk.

Wij doen een voorstel om de balans tussen gemeenten en het Rijk te herstellen. We vonden vijf regelingen die het beste bij gemeenten passen, omdat ze gericht zijn op individueel maatwerk of lokale verschillen. Maar we vonden ook zes regelingen die beter landelijk kunnen worden uitgevoerd, omdat de Rijksoverheid voldoende gegevens heeft en er geen individueel maatwerk nodig is. Ten slotte vonden we 21 participatieregelingen die kunnen worden samengevoegd tot één minimatoelage.

Zo krijgen gemeenten meer ruimte om essentieel individueel maatwerk te bieden en wordt de inkomensondersteuning in Nederland eenvoudiger en eerlijker.

Bijlagen

Vorige
Vorige

Afscheid van de expatsubsidie betekent het einde van een tijdperk van belastingvoordelen

Volgende
Volgende

Wouter Leenders licht kansen toe van einde belastingvrijstelling voor vermogende expats