Markt en overheid
De grote maatschappelijke vragenstukken van vandaag roepen vragen op over de verhouding tussen markt en overheid. Er wordt steeds meer gevraagd van het probleemoplossend vermogen van de overheid. Denk aan klimaat en natuur, geopolitieke ontwikkelingen, de woningmarkt of de arbeidsmarkt. Welke rol neemt de overheid ten opzichte van markten en hoe vult ze die in? Wij dragen bij met onderzoek en analyse.
Hieronder lees je meer over:
Klimaat en natuur
Politici zijn geneigd klimaatbeleid uit te stellen, maar dit maakt de oplossing op termijn alleen maar duurder. Econoom Jasper J. van Dijk pleit dat de begrotingsregels dit uitstelgedrag in de hand werken, omdat ze de meerkosten van laat ingrijpen niet in kaart brengen, en een extra hindernis creëren bij (klimaat)investeringen, omdat hier alleen de kosten en niet de baten worden meegenomen.
Als we niet oppassen, hebben we binnen de Europese Unie over twintig jaar net zoveel kerncentrales als nu. Het enige verschil: de centrales staan tegen die tijd in andere landen.
Het huidige kabinet wil twee kerncentrales bouwen. Maar waarom niet meer, of waarom niet minder? Een goed onderbouwde afweging ontbreekt, maar is onontbeerlijk voordat het kabinet een onomkeerbare stap zet.
We bespreken drie aspecten van de oplopende energierekening. i) Wat kan de overheid nu doen om de energierekening te compenseren? ii) Een vergelijking tussen Nederland en andere landen. iii) Hoe moeten we verder op lange termijn?
Industriepolitiek
Er wordt vaak opgeroepen tot het voeren van meer industriepolitiek. Maar welke problemen dat dient op te lossen, is vaak onduidelijk. Dit artikel laat zien wanneer het wel en niet nuttig is om industriepolitiek in te zetten.
Als EU-lidstaten ieder voor zich groene subsidies verstrekken, is dat nadelig voor kleine landen, stellen Jasper H. van Dijk en Luuk Schmitz.
Ook in de toekomst moet minimaal 10% van ons bbp uit de industrie komen, zo schrijft het kabinet in de nieuwe industrienota. Maar zo'n minimaal percentage stellen voor de industrie is onverstandig en berust op een misverstand.
Het kabinetsplan voor bijna gratis kinderopvang bevoordeelt hogere inkomens. Een inkomensafhankelijk eigen bijdrage voorkomt dat.
Het kabinet wilde in 2025 de kinderopvangtoeslag verhogen naar 96%, ongeacht het inkomen van de ouders. Inmiddels is dit plan met twee jaar uitgesteld. Wij betogen dat het behoud van een koppeling met het huishoudinkomen noodzakelijk is voor doelmatig en doeltreffend beleid én dat dit, ondanks de toeslagenaffaire, haalbaar is.
Het kabinet ziet kinderopvang vooral als arbeidsmarktinstrument, en verliest zo het zicht op de kwaliteit, aldus David Bokhorst en Anton Hemerijck. Neem een voorbeeld aan Duitsland of Italië.
Elk land in Europa heeft zijn eigen stelsel van kinderopvang. De modellen variëren van lokale en publiek gefinancierde stelsels tot aan de meer gecentraliseerde en geprivatiseerde stelsels, zoals dat in Nederland het geval is. Maar hoe goed doet Nederland het in vergelijking met andere landen?
Onderwijs en arbeidsmarkt
Zorg
Wij zijn door De Correspondent gevraagd om een berekening te maken van de omvang van informele zorg in Nederland als cijfermatige onderbouwing van het boek ‘Ik werk al (ik krijg er alleen niet voor betaald)’.
Ziekenhuizen mogen geen winst uitkeren, maar met winst kunnen ze betere afspraken maken op de zorgmarkt, schrijft Jasper J. van Dijk.
De wet betaalbare huur grijpt fundamenteel in op de vrije huurmarkt. Wij analyseren de wet en verwachten dat jongeren, lagere inkomens en migranten aan het kortste eind trekken als de wet wordt ingevoerd.
Om de hoge huren in de vrije sector aan te pakken legt demissionair minister De Jonge de wet betaalbare huur voor aan de Tweede Kamer. Deze wet is volgens ons contraproductief. De woningnood wordt groter en ook lagere inkomens zijn de dupe.
Op de woningmarkt zijn veel tegengestelde belangen. Omdat er geen oplossing is waarbij alle groepen erop vooruit gaan, is de discussie over de woningmarkt er ten diepste een over rechtvaardigheid. Ons essay werkt dit uit: welke uitkomst op de woningmarkt zien we als rechtvaardig, en welk beleid past daarbij?
Het Nederlandse woningmarktbeleid valt internationaal uit de toon door een relatief lage aanbodelasticiteit, hoge vraagstimulering en strenge prijsregulering. Beter beleid voeren lijkt makkelijk. Toch komt dat nauwelijks van de grond, omdat gevestigde belangen boventoon voeren.